
Luipaardgekko Verzorgingsgids
Eublepharis macularius
De luipaardgekko (Eublepharis macularius) is een van de meest geliefde reptielen in de hobby vanwege hun rustige aard, boeiende gedrag en relatief eenvoudige verzorging. Ze worden gemiddeld 20–25 cm lang en kunnen met goede zorg 15 tot zelfs 20 jaar oud worden. Dankzij hun unieke uiterlijk, variëteit aan kleurvormen (morphs), en nachtactieve levensstijl zijn ze een populair reptielenhuisdier voor beginners én ervaren liefhebbers.
Algemene Informatie
De luipaardgekko komt oorspronkelijk uit de droge, rotsachtige gebieden van Afghanistan, Pakistan, India en Iran. In tegenstelling tot veel andere gekkosoorten heeft hij beweeglijke oogleden (vandaar ook "Eublepharis", wat letterlijk "echte oogleden" betekent), en geen hechtlamellen aan de tenen — hij klimt dus niet op gladde oppervlakken.
Luipaardgekko’s zijn bodembewonend (terrestrisch), schemer- tot nachtactief en voornamelijk insectivoor. Ze zijn solitair en hebben ieder hun eigen territorium. Meerdere dieren samen houden vereist zorgvuldige overweging.
Terrarium & Huisvesting
Minimale afmetingen terrarium (voor 1 volwassen dier):
60 x 45 x 40 cm (LxDxH)
Minimale afmetingen terrarium (voor een koppel):
90 x 45 x 45 cm of groter
➡️ Let op: Nooit twee mannetjes samen houden! Dit leidt vrijwel zeker tot vechten.
Essentiële elementen in het terrarium:
-
Verstopplekken: minimaal 2–3 per dier (warmte-, koel- en vochtige schuilplek)
-
Structuur: stenen, kurkschors, tunnels
-
Laag klimwerk (rotsplateaus)
-
Drinkbak met vers water
-
Eventueel: voederschotels en calcium/multivitaminen bakje
Verlichting & UVB
Hoewel luipaardgekko’s nachtdieren zijn, blijkt uit recent onderzoek dat lage UVB-straling ook voor hen voordelen biedt (zoals betere calciumopname en dag-nacht oriëntatie).
Aanbevolen verlichting:
-
Lage UVB-lamp (bijv. Arcadia ShadeDweller of Zoo Med 2.0/5.0 compact)
-
Daglichtlamp voor dag-nachtritme (12 uur aan, 12 uur uit)
Plaats UVB over het warme deel van het terrarium. UVB is optioneel, maar sterk aanbevolen voor dierenwelzijn op lange termijn.
Temperatuur & Verwarming
Luipaardgekko’s zijn koudbloedige dieren, wat betekent dat ze volledig afhankelijk zijn van externe warmtebronnen om hun lichaamstemperatuur te reguleren. In de natuur doen ze dit door overdag in de zon op te warmen en zich bij warmteoverschot terug te trekken in koele rotsspleten of ondergrondse holen. In gevangenschap is het dus essentieel om een vergelijkbare temperatuurgradiënt aan te bieden binnen het terrarium.
Zone | Temperatuur |
---|---|
Baskingplek | € 31–34°C |
Koelere zone | 24–27°C |
Nacht | 20–22°C |
Verwarmingsopties & Combinaties
Omdat luipaardgekko’s bodembewoners en nachtactief zijn, is het belangrijk dat de warmte zich vooral aan de bodem concentreert, waar ze zich ophouden en rusten.
✅ Warmtemat / Bodemverwarming
-
Plaats onder één zijde van het terrarium, bij voorkeur onder een holletje of schuilplek
-
Zorg voor goede warmtegeleiding (geen dikke lagen substraat ertussen)
-
Koppel aan een thermostaat om oververhitting te voorkomen
✅ Warmtespot / Halogeenlamp (optioneel)
-
Simuleert natuurlijk zonlicht overdag
-
Richt deze op een steen of leisteen die warmte absorbeert en vasthoudt
-
Niet noodzakelijk, maar nuttig als ondersteuning van dag-nacht ritme of bij bioactieve setups
✅ Keramische warmtebron
-
Enkel nuttig bij nachtverwarming in koudere ruimtes
-
Altijd gebruiken in combinatie met een nachtthermostaat
-
Geen lichtafgifte, dus het dag-nacht ritme blijft intact
Thermostaten & Meten = Essentieel
Warmte moet regelbaar én controleerbaar zijn:
-
Gebruik bij voorkeur een dimmerthermostaat voor warmtespots, of een pulse-thermostaat voor warmtematten
-
Meet met een digitale thermometer met voeler op bodemhoogte én
-
Controleer oppervlaktetemperaturen met een infrarood (IR) thermometer
➡️ Let op: een te hete of te koude bodem leidt tot spijsverteringsproblemen, stress of zelfs orgaanschade.
Tips voor optimale temperatuurregeling:
-
Warmte van onder is belangrijker dan van boven, zeker bij nachtactieve bodembewoners
-
Zorg altijd voor een temperatuurovergang: de gecko moet kunnen kiezen waar hij verblijft
-
Een warme verstopplek is cruciaal – dit is de plaats waar hij opwarmt, verteert én rust
-
Let op bij dichte ondergronden (glas of plastic): deze kunnen warmte ‘lekken’ en te heet worden. Werk met een dun laagje natuurlijke bodembedekking.
-
Gebruik geen warmtematten of standaard gloeilampen zonder controle! Deze kunnen onbetrouwbaar zijn of brandwonden veroorzaken
Veelgemaakte fouten:
-
❌ Hele terrarium even warm maken – dit voorkomt thermoregulatie
-
❌ Warmtemat zonder thermostaat gebruiken – risico op ernstige verbranding!
-
❌ Spot te dicht op de bodem richten zonder afstand of beschermkorf
-
❌ Te lage nachttemperaturen – kou kan leiden tot inactiviteit en slechte spijsvertering
Met een goed opgebouwde temperatuurgradiënt en een thermostatisch gecontroleerd warmtepunt creëer je een omgeving waarin je luipaardgekko zich optimaal kan gedragen en gezond blijft. Elk dier heeft zijn eigen voorkeuren: observeer goed waar hij het liefst ligt, schuilt of eet, en pas je opstelling daar indien nodig op aan.
Luchtvochtigheid
Hoewel luipaardgekko’s afkomstig zijn uit de halfdroge en steenachtige woestijngebieden van Zuid-Azië (voornamelijk Afghanistan, Pakistan en delen van India), is luchtvochtigheid tóch een belangrijke factor in hun verzorging — zij het op een gecontroleerde en lokale manier.
In het wild zoeken ze overdag beschutte, vochtige holtes op om te schuilen en om te helpen bij het vervellen. Een plaatselijke vochtige schuilplek in het terrarium is daarom essentieel voor:
-
✅ Goede vervelling (voorkomen van vastzittende huid bij tenen of staart)
-
✅ Hydratatie
-
✅ Eieren leggen (bij vrouwtjes)
-
✅ Comfort en natuurlijk gedrag
Zone | Ideale luchtvochtigheid |
---|---|
Droog terrarium | 30%-50% |
Vochtige schuilplek | 70–80% |
➡️ Het hele terrarium hoeft dus niet vochtig te zijn – te veel vocht verspreid over de leefomgeving kan zelfs schadelijk zijn.
Vochtige schuilplek aanmaken
De vochtige verstopplek wordt vaak ook wel de “humid hide” genoemd, en is één van de belangrijkste onderdelen van het terrarium.
Benodigdheden:
-
Een afgesloten of grotachtige schuilplek (bijv. reptielenholletje, voederbak omgekeerd met ingang, zelfgemaakte grot)
-
Vulling: vochtig sphagnum mos, kokosvezel of veenmos.
Plaatsing:
-
Zet deze in de koelere zone van het terrarium
-
Zo voorkom je dat de vochtigheid verdampt te snel, én bootst dit natuurlijke omstandigheden beter na
Let op:
-
Ververs of reinig de inhoud van de vochtige schuilplek wekelijks om schimmel of bacteriegroei te voorkomen
-
Houd het materiaal constant licht vochtig — nooit drijfnat!
Meten & Controleren
-
Gebruik een digitale hygrometer met een voeler die je in of net boven de vochtige schuilplek hangt
-
Controleer regelmatig of het substraat nog vochtig genoeg is – voel met je vingers of gebruik een hygrometer met minimum/maximumwaarden
Extra tips:
-
Heb je last van vervellingsproblemen? Verhoog tijdelijk de luchtvochtigheid in de schuilplek tot 80–85%
-
Bij jonge dieren of tijdens vervelling mag je 1–2x per dag licht vernevelen in de vochtige schuilplek (niet in het hele terrarium)
-
Gebruik alleen ademende materialen in je vochtige schuilplek – dichte plastic containers zonder ventilatie kunnen broei veroorzaken
Fouten om te vermijden:
-
❌ Hoge luchtvochtigheid in het hele terrarium – dit kan leiden tot luchtwegproblemen, bacteriële infecties of schimmel
-
❌ Vochtige plek in de warme zone – dit leidt tot te snelle verdamping en instabiliteit
-
❌ Geen vochtige verstopplek aanbieden – dit is een veelvoorkomende oorzaak van vervellingsproblemen
-
❌ Verwaarlozen van het onderhoud – stilstaand vocht = schimmel = gezondheidsrisico
Bodembedekking (Substraat)
Luipaardgekko’s zijn bodembewoners die graag graven, kruipen en over verschillende texturen lopen. In de natuur leven ze in halfdroge, rotsachtige gebieden met een ondergrond die bestaat uit zand, klei, grind en aarde. Een natuurlijk substraat in het terrarium draagt bij aan hun fysieke en mentale welzijn én stimuleert natuurlijk gedrag zoals graven, zoeken en het graven van eiputjes bij vrouwtjes.
Een goed substraat moet:
-
Graafbaar zijn, zodat het tunnels en holen behoudt
-
Niet stoffig zijn (voor de luchtwegen)
-
Goede drainage hebben (voorkomt schimmel)
- Veilig bij inslikken – dus géén los of fijn zand!
Aanbevolen natuurlijke substraten
1. Leem-zand-kokosmix (DIY of kant-en-klaar)
Een combinatie van:
-
Leem (klei): zorgt voor stevigheid en structuur
-
Speelzand (gewassen, stofvrij!): geeft volume en een natuurlijke textuur
-
Kokosvezel (Cocopeat / Coir): houdt lichte vochtigheid vast
Verhouding: ± 40% leem, 40% zand, 20% kokosvezel
Licht bevochtigen, aandrukken en laten uitharden zodat het stevig wordt maar toch bewerkbaar blijft
Voordeel: Ideaal voor natuurlijke opstellingen, perfect voor graafgedrag
2. "Excavator Clay" (bijv. Zoo Med)
Een kant-en-klaar substraat bestaande uit natuurlijke klei, ontworpen om op natuurlijke wijze tunnels en holen te ondersteunen.
-
Meng het met water volgens instructies, vorm structuur (hellingen, holen) en laat volledig uitharden
-
Blijft stevig en stabiel zonder in te storten
Voordeel: Zeer geschikt voor permanente structuren en een woestijnachtige uitstraling
Inrichting & Verrijking
-
Rotsplateaus en leisteen (voor warmteopslag)
-
Natuurlijke verstopplekken van hout of steen
-
Voerplateaus
-
Kalk- of vitaminen bakje (los aanbieden)
-
Eventueel lage planten (bijv. vetplanten of nepplanten met zachte bladeren)
Luipaardgekko’s houden van verkennen, dus variatie in de inrichting bevordert natuurlijk gedrag.
Voeding
Luipaardgekko’s zijn strict insectivoor, wat betekent dat ze zich uitsluitend voeden met levende insecten en andere kleine dieren. In de natuur jagen ze op een breed scala aan prooien, waaronder insecten, spinnen en zelfs kleine ongewervelden. Het is cruciaal om hun dieet zo natuurlijk mogelijk te maken, zodat ze de juiste voedingsstoffen binnenkrijgen voor een gezond en lang leven.
Een gevarieerd dieet helpt niet alleen om hun energieniveau op peil te houden, maar ook om hun voortplantingsgezondheid, skeletgezondheid en algehele welzijn te bevorderen. Het voeren van diverse insecten helpt ook om verveling en stress te voorkomen, wat essentieel is voor hun mentale gezondheid.
Voedingsschema
-
0–6 maanden (Jonge gekko’s): Dagelijks
-
Jonge gekko’s hebben meer energie nodig voor hun groei. Dit is de tijd waarin ze het snelst groeien en ontwikkelen.
-
Zorg voor kleine insecten die gemakkelijk kunnen worden geconsumeerd zonder te veel stress.
-
-
6–12 maanden: Om de dag
-
Tiener gekko's beginnen meer volwassen eigenschappen te vertonen en hun groeisnelheid vermindert iets.
-
Voer 2–3 insecten per keer, afhankelijk van hun grootte.
-
-
Volwassen (Vanaf 12 maanden): 2-3 keer per week
-
Volwassen gekko’s hoeven minder vaak te eten, maar de aangeboden insecten moeten voldoende voedingsstoffen bevatten.
-
Zorg voor gevarieerde prooien voor een uitgebalanceerd dieet.
-
Geschikte Prooidieren
Een breed scala aan insecten is goed voor de gezondheid van je luipaardgekko. Varieer in de soorten insecten die je aanbiedt, afhankelijk van wat beschikbaar is en de voorkeuren van je gekko.
Reguliere prooidieren:
-
Krekels
-
Voedzaam en gemakkelijk verkrijgbaar. Krekels zijn een uitstekende bron van eiwitten en mineralen. Zorg ervoor dat ze niet te groot zijn voor de gekko om comfortabel te eten.
-
-
Dubia's (Blattodea)
-
Ze zijn voedzaam, bevatten veel proteïnen en zijn gemakkelijk te verteren. Dubia’s zijn ook rustig, wat stress voor je gekko voorkomt.
-
-
Meelwormen (met mate)
-
Meelwormen kunnen vetter zijn, dus het is belangrijk ze in beperkte hoeveelheden te voeren. Ze bevatten waardevolle vetten en eiwitten.
-
-
Sprinkhanen
-
Sprinkhanen zijn een uitstekende bron van eiwitten en bevatten minder vet dan meelwormen. Ze bieden een goede afwisseling in het dieet.
-
-
Zophobas (superwormen)
-
Deze grote wormen zijn af en toe goed, maar moeten vanwege hun vetgehalte slechts af en toe aangeboden worden.
-
Traktaties (slechts af en toe):
-
Zijderupsen
-
Een heerlijke traktatie vol eiwitten. Zorg ervoor dat ze niet te vaak worden aangeboden.
-
-
Wasmotlarven
-
Nog een traktatie die rijk is aan vetten en goed is voor extra energie, maar moet met mate worden gegeven.
-
Voedingssupplementen
Luipaardgekko’s hebben essentiële voedingsstoffen nodig die niet altijd volledig uit hun insectenvoeding komen, vooral als ze uitsluitend op bepaalde soorten insecten worden gevoed. Daarom is het belangrijk om supplementen toe te voegen aan hun dieet.
1. Calcium met D3
-
Frequentie: 2-3 keer per week
-
Waarom: Calcium is cruciaal voor de botgezondheid, en D3 helpt bij de opname van calcium. Het is belangrijk om te vermijden dat je te veel D3 geeft, omdat dit kan leiden tot vergiftiging. Calcium zonder D3 kan worden verstrekt op de dagen dat je geen D3 geeft.
2. Multivitaminen (bijv. Repashy, Zoo Med, Arcadia)
-
Frequentie: 1 keer per week
-
Waarom: Multivitaminen bevatten essentiële micronutriënten, zoals vitamine A, die belangrijk zijn voor het immuunsysteem en de gezondheid van de huid en ogen. Geef dit een keer per week om een tekort aan bepaalde vitamines te voorkomen.
Omgaan met je luipaardgekko
Luipaardgekko’s zijn rustig van aard en laten zich meestal goed hanteren na gewenning. Toch moet dit altijd voorzichtig en met respect gebeuren.
-
Nooit aan de staart trekken (ze laten die los als verdedigingsmechanisme)
-
Steun het hele lichaam, til niet van bovenaf op
-
Laat een nieuw dier minimaal 1–2 weken met rust om te acclimatiseren
Interactie kan ook door handvoeren of observeren van hun nachtelijke activiteit.
Het Belang van Goede Zorg
Een luipaardgekko is geen “easy pet”, maar met de juiste aandacht aan temperatuur, voeding, omgeving en hygiëne, is het een bijzonder boeiend en langlevend huisdier. Geef je hem een verrijkte leefomgeving met warme en koele zones, vochtige verstopplek, afwisselende voeding en rust, dan zal hij zich goed voelen en natuurlijk gedrag vertonen.
Met de juiste zorg wordt jouw luipaardgekko niet alleen gezond, maar ook een fascinerend diertje om jarenlang van te genieten.